Direct naar content

Geschiedenis

In 1886 trok vanuit Kaiserswerth bij Düsseldorf een aantal protestantse religieuzen, diakonessen genaamd, naar Amsterdam om een diakonessen ziekeninrichting te beginnen. Kaiserswerth was niet zozeer de bakermat van het diakonessenwerk, maar wel de plaats waar het fenomeen “vrouw in ’t ambt” nieuw leven was ingeblazen. Het was dan ook in datzelfde Kaiserswerth dat Florence Nightingale, de grondlegster van de moderne verpleging in de tweede helft van de 19de eeuw, haar eerste werkervaring had opgedaan.

De pionierende Duitse diakonessen streken eerst neer aan de Amsterdamse Bloemgracht, een locatie die al gauw ongeschikt voor hen bleek. De diakonessen ziekeninrichting die zij voor ogen hadden, moest namelijk niet alleen een Moederhuis omvatten, waarin de diakonessen en “proefzusters” woonden, maar ook een ziekenhuis, waar de vrouwen werkten en hun opleiding kregen. Naast verpleging van patiënten in het ziekenhuis zorgden de diakonessen ook voor wijkverpleging van zieken thuis.

Kortom, een heel bedrijf, dat noodgedwongen uitweek naar de rand van de stad aan het Vondelpark, daar waar de tram ophield. Daar, aan de Van Eeghenstraat, werden in 1898 drie nieuwe gebouwen, het diakonessenhuis, het ziekenhuis en de kapel, feestelijk in gebruik genomen. Het belang van die gebeurtenis werd nog eens onderstreept door het bezoek, een klein jaar later, van de pas ingehuldigde Koningin Wilhelmina en haar moeder Koningin Emma. Ook bij het tienjarig jubileum in 1908 bezocht de koningin de diakonessen, toen samen met prins Hendrik.

De Lutherse Diakonessen Inrichting heeft bijna honderd jaar een belangrijke rol gespeeld in de Amsterdamse ziekenverzorging. Maar de veranderende omstandigheden en de fusiegolf van de jaren tachtig van de vorige eeuw hadden ook voor deze instelling gevolgen. Samengesmolten met twee andere ziekenhuizen heeft zij een nieuw complex in Amsterdam Noord betrokken en haar gebouwen in Zuid verkocht.

*) Bron: Luthers Diakonessenwerk. Geschiedenis van 100 jaar Lutherse Diakonessen Inrichting te Amsterdam, dr Ant. Johannes, De Walburgpers, 1986.

 

Jaar 1898Lutherse Diakonessen

Aan de Van Eeghenstraat, werden in 1898 drie nieuwe gebouwen, het diakonessenhuis, het ziekenhuis en de kapel, feestelijk in gebruik genomen. Het belang van die gebeurtenis werd nog eens onderstreept door het bezoek, een klein jaar later, van de pas ingehuldigde Koningin Wilhelmina en haar moeder Koningin Emma.

Van links naar rechts: moederhuis, ziekenhuis en kapel.

Jaar 1928Een illustratie van de indeling van de kapel vroeger

Het griekse woord diakonos betekent dienaar. De pionierende Duitse diakonessen streken eerst neer aan de Amsterdamse Bloemgracht, een locatie die al gauw ongeschikt voor hen bleek. De diakonessen ziekeninrichting die zij voor ogen hadden, moest namelijk niet alleen een Moederhuis omvatten, waarin de diakonessen en “proefzusters” woonden, maar ook een ziekenhuis, waar de vrouwen werkten en hun opleiding kregen. Naast verpleging van patiënten in het ziekenhuis zorgden de diakonessen ook voor wijkverpleging van zieken thuis.

Jaar 1908Diakonessen en bestuur voor het moederhuis

De diakonessen ziekeninrichting die zij voor ogen hadden, moest namelijk niet alleen een Moederhuis omvatten, waarin de diakonessen en “proefzusters” woonden, maar ook een ziekenhuis, waar de vrouwen werkten en hun opleiding kregen. Naast verpleging van patiënten in het ziekenhuis zorgden de diakonessen ook voor wijkverpleging van zieken thuis.

Jaar 1951Oprichting van de Stichting

In zijn intreerede in 1945 als hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam zei professor Pitlo:
“Het maakt in wezen geen verschil uit of men een studie wijdt aan de kunst van het akten redigeeren, aan den notaris in de prentkunst of aan de geschiedenis van handteekening en signet. Al deze studies komen immers voort uit liefde voor het vak. Wat wij noodig hebben is: verruiming, verruiming, verruiming.”
In 1951 voegde hij zelf de daad bij het woord door met een tweetal Amsterdamse notarissen de Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap (verder kortweg de Stichting) op te richten.

Jaar 1995Een nieuw begin

Zoveel is duidelijk, er moest fors worden verbouwd, wilde de Stichting in deze voormalige kapel haar functie kunnen uitoefenen. Het beoogde notarishuis diende ruimte te bieden aan een archief, een collectie en een secretariaat. Het moest een bibliotheek, een studiezaal, een vergaderruimte en een collegezaal krijgen, om nog maar te zwijgen van meer prozaïsche zaken als een entreehal, garderobe, keuken en wc’s. Tegelijkertijd diende het karakter van het gebouw behouden te blijven, dat was het uitgangspunt. Als architect werd Frank Pluym BNI aangetrokken. En met bijgaande tekening haalde hij alle betrokkenen, zelfs de zwartkijkers, over de streep.

Jaar 2024 73 jaar notariële wetenschap aan het Vondelpark

De officiële naam van het instituut is de Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap. “Maar Notariële Stichting bekt lekkerder als je de telefoon opneemt”, lacht Daan Meijer. Sinds 2010 is hij conservator, “of directeur, zo je wil”. Meijer heeft de dagelijkse leiding over alle activiteiten van de stichting. En dat zijn er nogal wat, blijkt tijdens een rondleiding door het statige pand in Amsterdam-Zuid.

01 06