STICHTINGSRUBRIEK
HET CENTRAAL AANDEELHOUDERSREGISTER
- Inleiding
Mijn artikel in het WPNR over het Nederlands UBO- en het centraal aandeelhoudersregister[1] (hierna: CAHR) heeft op twee onderdelen gevolg gekregen.
In de eerste plaats gaat het om het door mij gesignaleerde internationale bezwaar tegen het bestaan in Nederland van aandelen aan toonder in niet-beursgenoteerde vennootschappen.[2] In de brief die Staatssecretaris Wiebes van Financiën op 17 januari 2017 aan de Tweede Kamer stuurde, wordt aangekondigd dat aandelen aan toonder voortaan alleen nog in girale vorm zullen bestaan, zodat de houders daarvan bekend zullen zijn.[3]
In de tweede plaats betreft het mijn oproep om niet te wachten met het instellen van het CAHR tot nadat het UBO-register is ingevoerd en om dit onder te brengen bij de KNB, in plaats van, zoals oorspronkelijk voorgesteld, bij het handelsregister.[4] Aan beide oproepen is gevolg gegeven in het door de Tweede Kamerleden Groot (PvdA) en Gesthuisen (SP) ingediende initiatief-wetsvoorstel tot instelling van een CAHR.[5] De voorgestelde regeling zal hierna worden weergegeven.
- Het Centraal aandeelhoudersregister (CAHR)
Doel
Het doel van het instellen van een CAHR is voorkoming en bestrijding van financieel-economische criminaliteit door middel van rechtspersonen en bijdragen aan rechtszekerheid in het rechtsverkeer.[6]
Het houden van het CAHR
Het CAHR zal worden gehouden door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (hierna: KNB).[7]
Dit is volgens de indieners van het wetsvoorstel passend en kostenefficiënt omdat de in het register op te nemen informatie over aandelen en aandeelhouders afkomstig zal zijn uit of betrekking zal hebben op notariële akten, die reeds langs elektronische weg door alle notarissen moeten worden ingeschreven in het door de KNB gehouden repertorium. De nieuwe taak van de KNB als houder van het CAHR ligt in het verlengde van de reeds bestaande taak van de KNB als houder van het hiervoor bedoelde repertorium.[8]
De KNB heeft geen controlerende taak ten aanzien van de juistheid en volledigheid van de door notarissen ingeschreven informatie en de tijdigheid van de inschrijving. Uitgangspunt bij het CAHR is dat de notaris verantwoordelijk is voor de juistheid en volledigheid van de gegevens die hij in het register inschrijft en de tijdigheid van de inschrijving (zie hierna).[9]
In het CAHR op te nemen informatie
Het voorgestelde art. 7a, tweede lid, van de Registratiewet 1970 bepaalt dat de inschrijving in het CAHR bij ministeriële regeling bepaalde gegevens over aandelen op naam, houders van aandelen op naam, vruchtgebruikers van aandelen op naam en pandhouders van aandelen op naam in het kapitaal van besloten en niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen, welke gegevens afkomstig zijn uit of betrekking hebben op notariële akten, bedoeld in het eerste lid, omvat.
Bij deze gegevens kan worden gedacht aan de rechtshandeling die het betreft (zoals oprichting, aandelenoverdracht, vestiging vruchtgebruik of pandrecht), gegevens over de betrokken vennootschap, gegevens over de betrokken aandeelhouders, vruchtgebruikers en pandhouders, gegevens over de betrokken aandelen, gegevens over de notaris die de akte heeft gepasseerd, de soort akte en de dagtekening van de akte.[10]
Gegevens over gecertificeerde aandelen op naam en houders van gecertificeerde aandelen op naam (veelal een stichting administratiekantoor) worden ook in het CAHR opgenomen.
Bij ministeriële regeling zal worden bepaald welke gegevens in het register worden opgenomen en ter zake van welke notariële akten de notaris deze gegevens dient in te schrijven.[11]
Het bijhouden van het CAHR
Het CAHR zal omwille van de betrouwbaarheid uitsluitend informatie bevatten die door notarissen is ingeschreven en afkomstig is uit of betrekking heeft op notariële akten. Voor vrijwel alle rechtshandelingen met betrekking tot aandelen op naam in het kapitaal van besloten en niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen is een notariële akte wettelijk verplicht.[12]
Het voorgestelde art. 7a, eerste lid, van de Registratiewet 1970 bepaalt dat de notaris verplicht is bij ministeriële regeling bepaalde notariële akten uiterlijk op de eerste werkdag na de dag waarop de akten zijn opgemaakt langs elektronische weg in te schrijven in een door de KNB gehouden register. Hierbij wordt aangesloten bij het bestaande proces van inschrijving van notariële akten in het door de KNB gehouden repertorium.[13] Het betreft onder meer notariële akten van oprichting, uitgifte van aandelen, levering van aandelen, vestiging vruchtgebruik en vestiging pandrecht.[14]
Eventuele fouten in de akte die na het verlijden hiervan blijken en die hebben geleid tot een onjuiste inschrijving in het register, dienen binnen de relatie tussen de betrokken partijen en de notaris te worden hersteld door middel van een akte van rectificatie of proces-verbaal van verbetering. Op basis van deze akte dient de notaris de eerdere onjuiste inschrijving in het register te corrigeren. De KNB is niet bevoegd om op verzoek van anderen dan de notaris wijzigingen aan te brengen in het CAHR.[15]
Het voorgestelde art. 14, tweede lid, van de Registratiewet 1970 bepaalt dat de notaris die niet voldoet aan zijn verplichting tot (juiste, volledige en tijdige) inschrijving van bepaalde notariële akten in het CAHR, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.[16]
De informatieaanlevering door het notariaat betekent dat de inhoud hiervan betrouwbaar is, maar vanaf de start niet meteen een volledig beeld kan geven. Het register zal uitsluitend informatie over aandelen en aandeelhouders bevatten die afkomstig is uit of betrekking heeft op bij ministeriële regeling te bepalen notariële akten die vanaf de inwerkingtreding van deze wet worden ingeschreven in het register.[17]
Inzage
Het voorgestelde art. 7b, derde lid, van de Registratiewet 1970 bepaalt dat het CAHR kan worden ingezien door de rijksbelastingdienst en andere, bij ministeriële regeling aangewezen publieke diensten ten behoeve van de uitvoering van hun wettelijke taken op het gebied van controle, toezicht, handhaving en opsporing, door notarissen ten behoeve van de uitvoering van hun wettelijke taken in het rechtsverkeer en door bij ministeriële regeling aangewezen Wwft-instellingen ten behoeve van de uitvoering van hun Wwft-verplichtingen tot cliëntenonderzoek.
Verder kan het register worden ingezien door aandeelhouders, vruchtgebruikers en pandhouders voor zover het gegevens betreft die henzelf betreffen. Inzage kan bijvoorbeeld worden gegeven door het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit de in het CAHR opgenomen gegevens.[18]
De doelstelling van het CAHR brengt mee dat het register een besloten karakter heeft. Openbaarheid is niet noodzakelijk om de aangegeven doelstelling van het register te verwezenlijken. Openbaarheid is vanwege de privacy van betrokken aandeelhouders ook niet wenselijk.[19]
Voor de inzage in het CAHR en de verstrekking van een afschrift van of uittreksel uit de in het register opgenomen gegevens zal een bij ministeriële regeling te bepalen vergoeding verschuldigd zijn.[20] Het betreft een kostendekkende vergoeding die is verschuldigd aan de KNB.[21]
Inzage in het CAHR door de notaris vergemakkelijkt op termijn de notariële recherchewerkzaamheden die worden verricht in het kader van de uitvoering van de wettelijke taken van het notariaat in het rechtsverkeer, in het bijzonder bij het onderzoek naar de voorafgaande verkrijging bij een aandelenoverdracht of verpanding van aandelen. Het kunnen raadplegen van de informatie die in het CAHR is opgenomen zal er voor het notariaat op termijn toe leiden dat de soms tijdrovende werkzaamheden die thans met recherche zijn gemoeid, worden gereduceerd. Dit omdat volgens de indieners van het wetsvoorstel het CAHR als belangrijke aanvullende recherchebron voor notarissen zal gaan functioneren. Dit is ook in het belang van de aandeelhouder(s), omdat bijvoorbeeld een aandelenoverdracht of verpanding van aandelen hierdoor sneller en goedkoper kan worden afgewikkeld. De inzagemogelijkheid in het CAHR faciliteert de notaris tevens in zijn rol van poortwachter bij de uitoefening van zijn ambt bedoeld in art. 2, eerste lid, van de Wet op het notarisambt.[22]
Het voorgestelde art. 7b, zevende lid, van de Registratiewet 1970 bepaalt dat het de rijksbelastingdienst, andere aangewezen publieke diensten, notarissen en aangewezen Wwft-instellingen verboden is hetgeen hen uit de inzage in het CAHR en de verstrekking van een afschrift van of uittreksel uit de in het register opgenomen gegevens blijkt, verder bekend te maken dan noodzakelijk is voor de uitvoering van hun wettelijke taken. Op voormelde partijen rust hiermee een geheimhoudingsplicht ten aanzien van hetgeen hen uit het CAHR en de hierin opgenomen gegevens blijkt.[23] Dit lijkt mij in het verlengde liggen van het feit dat het geen openbaar register is.
Het CAHR zal naar zijn aard en doelstelling geen derdenwerking hebben.[24] Dit lijkt mij ook in het verlengde liggen van het feit dat het geen openbaar register is.
Verhouding tot het vennootschappelijk aandeelhoudersregister
Besturen van naamloze en besloten vennootschappen zijn op grond van de art. 2:85 en 2:194 BW verplicht een aandeelhoudersregister te houden en bij te houden. Dit register is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnen het domein van de vennootschap en ligt ten kantore van de vennootschap alleen ter inzage voor houders van aandelen op naam, vruchtgebruikers van aandelen op naam, pandhouders van aandelen op naam en (in geval van een besloten vennootschap) houders van certificaten van aandelen op naam van de betreffende vennootschap. De praktijk leert dat dit aandeelhoudersregister niet altijd even zorgvuldig wordt bijgehouden. Het CAHR staat hier los van en heeft een andere opzet.[25]
Verhouding tot het register van uiteindelijk belanghebbenden (UBO-register)
Het UBO-register bestrijkt een bredere groep entiteiten en personen. Het CAHR heeft alleen betrekking op besloten en niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen. Het UBO-register heeft daarnaast betrekking op entiteiten als stichtingen, verenigingen en personenvennootschappen.
Verder worden in het CAHR – de naam zegt het al – aandeelhouders (maar ook vruchtgebruikers en pandhouders) geregistreerd. In het UBO-register worden meer personen geregistreerd dan alleen (bepaalde) aandeelhouders. UBO’s zijn ook (andere) natuurlijke personen die formele of feitelijke zeggenschap hebben over een entiteit. Dit kunnen ook bestuurders van een entiteit zijn.[26]
Anderzijds is het UBO-register beperkter omdat in het UBO-register in beginsel alleen aandeelhouders met een aandelenbelang van meer dan 25% worden geregistreerd. In het CAHR moeten aandeelhouders worden ingeschreven ongeacht hun aandelenbelang.
De voeding van beide registers verschilt fundamenteel. Het UBO-register wordt gevuld met gegevens van de uiteindelijk belanghebbenden zelf. Het CAHR berust op notariële akten.[27]
Het UBO-register wordt openbaar. Iedereen kan van de geregistreerde UBO’s de naam, de geboortemaand, het geboortejaar, de nationaliteit, de woonstaat en de aard en omvang van het door de UBO gehouden economische belang zien. Het CAHR wordt besloten en alleen raadpleegbaar voor de rijksbelastingdienst, andere aangewezen publieke diensten, notarissen en aangewezen Wwft-instellingen.
Het UBO-register en het CAHR zijn dus verschillende registers maar hebben een raakvlak waar het besloten en niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen betreft. In het CAHR worden de (directe) aandeelhouders van deze rechtspersonen geregistreerd. In het UBO-register worden de UBO’s van deze rechtspersonen geregistreerd. De (directe) aandeelhouders en UBO’s kunnen samenvallen, maar dit is niet altijd (veelal niet) het geval. Een (directe) aandeelhouder van een besloten of niet-beursgenoteerde naamloze vennootschap is niet altijd tevens de/een UBO hiervan. Andersom geldt hetzelfde. Tussenliggende aandeelhouders-rechtspersonen (tussen de/een directe aandeelhouder(«s) en de/een UBO(«s) in) van besloten en niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen worden noch in het CAHR noch in het UBO-register geregistreerd. Veel tussenliggende aandeelhouders-rechtspersonen alsmede overige indirecte aandeelhouders (waaronder UBO’s) van besloten en niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen zijn echter op termijn wel uit het CAHR te halen. Ook aandelenstructuren (bijvoorbeeld een stapeling van (verschillende soorten) rechtspersonen) zijn op termijn uit het CAHR te halen.[28]
Toezicht
De KNB krijgt in haar rol van houder van het CAHR geen toezichthoudende taak. Het Bureau Financieel Toezicht is vanaf 1 januari 2013 belast met het toezicht op de naleving van de Wet op het notarisambt. Het toezicht op de uitvoering van de Registratiewet 1970 is belegd bij de rijksbelastingdienst.[29]
- Slot
Het CAHR zal op termijn, nadat dit voldoende is gevoed met de daartoe te bestemmen notariële akten, een belangrijke rol spelen voor de rechercheverplichting van de notaris bij aandelenoverdrachten. Het vennootschappelijke aandeelhoudersregister is vaak zoek en/of niet compleet en kan daardoor, tot frustratie van vele notarissen, voor de hierboven bedoelde recherches niet altijd worden gebruikt.
Het kostentechnische bezwaar van de minister tegen het oorspronkelijk bij het handelsregister onder te brengen CAHR is opgelost door dit onder te brengen bij de KNB. Dit zal zeer kostenefficiënt kunnen gebeuren.
Ik ben een en al lof over dit wetsvoorstel.
Mr. W. Bosse*
* Notaris te Amsterdam.
[1] W. Bosse, ‘Het Nederlandse UBO-register en centraal aandeelhoudersregister’, WPNR 2016/7117, p. 651 – 657 (Hierna: W. Bosse).
[2] W. Bosse, p. 654-655.
[3] Brief Ministerie van Financiën 17 januari 2017, Betreft aanpak van belastingontduiking, kenmerk: 2017-0000009651, p. 7 en 8.
[4] W. Bosse, p. 656.
[5] Voorstel van wet van de leden Groot en Gesthuizen tot wijziging van de Registratiewet 1970 in verband met de instelling van een centraal aandeelhoudersregister (Wet centraal aandeelhoudersregister), Kamerstukken II 2016–2017, 34 661, nr. 2 (hierna te noemen: Wetsvoorstel).
[6] Kamerstukken II 2016–2017, 34 661, nr. 3 (hierna te noemen: MvT), p. 2. Wat het eerst doel betreft wordt op p. 1 van de MvT gesteld dat besloten en niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen regelmatig worden ingezet als middel om financieel-economische criminaliteit te plegen. Ik mis een onderbouwing hiervan met cijfers of onderzoeken.
[7] Zie lid 1 van het aan de Registratiewet 1970 toe te voegen art. 7a (Wetsvoorstel).
[8] MvT p. 3 en p. 7.
[9] MvT, p. 11.
[10] MvT, p. 13.
[11] MvT, p. 4.
[12] MvT, p. 2-3 en p. 13.
[13] MvT, p. 4.
[14] MvT p. 13.
[15] MvT, p. 11.
[16] Maximaal € 4.100,-.
[17] MvT, p. 6.
[18] Het voorgestelde art. 7b, vijfde lid, van de Registratiewet 1970. Zie ook MvT, p. 14.
[19] MvT, p. 6.
[20] Het voorgestelde art. 7b, achtste lid, van de Registratiewet 1970.
[21] MvT, p. 15.
[22] MvT, p. 5.
[23] MvT, p. 15.
[24] MvT, p. 6.
[25] MvT, p. 7-8.
[26] Zie W. Bosse (noot 1), p. 651.
[27] MvT, p. 9.
[28] MvT, p. 10.
[29] MvT, p. 11.