Publicaties > WPNR
Introductie
Meer informatie:
Stichtingsrubriek in het WPNR
Op 1 oktober 1988 plaatste de redactie van het WPNR deze aankondiging:
"Op initiatief van de Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap heeft zich een groep beoefenaars van de notariële praktijk en haar wetenschap aangegord om het WPNR geregeld van bijdragen - bij voorkeur met praktische kanten - te voorzien."
Op de achterkant van een sigarendoosje
Dat was de formele start van de Stichtingsrubriek. De aanloop ertoe was feestelijker: een gentleman's agreement op de achterkant van een leeg sigarendoosje tussen de hoogleraren Van Mourik en Gerver, als voorzitters van de WPNR-redactie resp. de Stichting, bij hun koffie, en wat dies meer zij, na afloop van een goed diner.
Waarom een eigen rubriek?
De toenmalige voorzitter van de Stichting was bij dit diner verschenen met een missie. Binnen de Stichting - en niet alleen daar - werd nog steeds met heimwee gepraat over de praktische WPNR-tegenhanger Het Maandblad voor het Notariaat dat in 1974 ter ziele was gegaan. De redactie van het opgeheven blad was daarna in haar geheel in de WPNR-redactie opgenomen om het voortbestaan van praktijkartikelen te garanderen. Dat heeft niet mogen baten, wat velen een doorn in 't oog was. Om in de ontstane lacune te voorzien, speelde het Stichtingsbestuur zelfs met de gedachte een eigen tijdschrift op te zetten vóór en dóór notariële praktijkjuristen. Maar eerst zou tijdens een etentje gepolst worden of het mogelijk was om met het WPNR samen te werken. Het sigarendoosje van de heer Van Mourik bracht een oplossing en de rubriek was geboren.
Schrijvers met hart voor het notariaat
Toen restte nog slechts een zoektocht naar enthousiaste medewerkers. Zo'n veertig auteurs, grotendeels uit de notariële praktijk, bovendien vaak werkzaam aan de universiteit, zegden toe één à twee maal per jaar een praktijkgericht, actueel en kort artikel te schrijven. En ze hielden woord.
Het resultaat
Al met al heeft de rubriek inmiddels haar waarde voor de praktijk bewezen. De gepubliceerde artikelen worden door een groot deel van de notariële praktijkjuristen gelezen. En de ervaring leert dat veel auteurs - juist door de tussenkomst van de Stichting - het praktijkhart mee laten kloppen bij het schrijven van hun artikelen.