De beleidsregel uitbetalen van gelden leidt tot vele vragen en tot de nodige discussies. Over de beleidsregel en de toepassing daarvan blijft verwarring bestaan. In het artikel wordt gepoogd lijn in de problemathiek te brengen en worden voorstellen gedaan om tot praktische oplossingen te komen.
Inleiding
Bij de invoering van web-ELAN, waardoor stukken voortaan digitaal bij het Kadaster kunnen worden aangeleverd, is het Baarns Beslag arrest (1) aan een nieuwe lezing door het bestuur van de KNB onderworpen. (2) Bij (her)lezing van het arrest, is het bestuur gebleken dat de Hoge Raad heeft bepaald, dat voor de notaris de verplichting bestaat om een levering te verzorgen die niet alleen vrij is van beslagen, maar ook vrij is van hypotheken, ervan uitgaande dat zulks in de koop is overeengekomen.
Omdat de praktijk zich dit, volgens het bestuur, kennelijk niet realiseert (3), heeft het de beleidsregel omtrent uitbetaling van gelden bij vastgoedtransacties uitgevaardigd. Met de publicatie ervan in het Notariaat Magazine van juni 2006 is de door de KNB uitgevaardigde beleidsregel in werking getreden. De beleidsregel luidt als volgt:
“Bij een levering van een registergoed en de vestiging van een beperkt recht daarop, dient de notaris te wachten met het uitbetalen van gelden die in dat verband in zijn handen zijn gestort totdat uit een narecherche in de openbare registers is gebleken dat er geen eerder ingeschreven beslagen en hypotheken aan de transactie in de weg kunnen staan”.
Korte historie
Voordat de casus uit het Baarns Beslag-arrest zich voordeed, verrichtte de notaris direct voor het passeren van de akten telefonisch onderzoek bij het Kadaster. Indien hem niet bleek van onbekende beslagen en/ of hypotheken, passeerde hij de akten en betaalde vervolgens terstond na het passeren de op zijn rekening gestorte gelden uit.
Na meer dan honderd jaar barstte de bom, waarbij een notaris in Haarlem voor de bovenstaande – door iedereen in het notariaat toegepaste – werkwijze aansprakelijk is gesteld. De aansprakelijkheid heeft tot een spraakmakend arrest in de vorige eeuw (“het Baarns Beslag-arrest”) geleid. Naar aanleiding van dit arrest vaardigde het bestuur van de – toen nog – Broederschap met betrekking tot de procedure omtrent de betaling van gelden een beroepsregel uit. (4) Op basis van deze beroepsregel diende de notaris voordat hij tot uitbetaling over ging eerst driemaal onderzoek in de openbare registers te doen: eenmaal een kadastraal en hypothecair onderzoek bij ontvangst van de zaak, dan vlak voor het passeren de herinzage per fax middels formulier Kadaster 25 en ten slotte de narecherche, ook wel beslagrecherche genoemd, doordat het Kadaster het bij de aanbieding van de afschriften meegezonden formulier ingevuld aan de notaris faxte.
Na de invoering van web-ELAN, is deze procedure gehandhaafd, alleen de faxberichten zijn vervangen door een inzage die via het internet op de webpagina kadaster-on-line.kadaster.nl gebeurt. De notaris kan aldus op elk gewenst moment een blik in het Kadaster werpen.
Gevolg van de beleidsregel
Uit de nieuwe beleidsregel en de toelichting daarop blijkt dat het bestuur van de KNB van mening is dat de hiervoor beschreven handelwijze niet voldoet aan de eisen die in het Baarns Beslag-arrest worden gesteld. Ten tijde van het uitbetalen van de gelden blijkt in enkele gevallen nog niet uit kadastraal onderzoek of een onbekende hypotheek op de onroerende zaak is gevestigd. Het Kadaster heeft voor de verwerking van een beslag anderhalf uur nodig; de verwerking van een hypotheekakte kost echter een werkdag. (5)
Met andere woorden: indien een hypotheekakte voor 15.00 uur wordt aangeboden, is deze de volgende ochtend vanaf 09.00 uur zichtbaar voor degenen die de openbare registers via het Kadaster raadplegen.
Wordt de akte echter na 15.00 uur aangeboden, dan zien de medewerkers bij het Kadaster de akte eerst de volgende ochtend en is deze na 09.00 uur de daaropvolgende dag zichtbaar voor degenen die de openbare registers via het Kadaster raadplegen.
(Voor de goede orde: zichtbaar wil niet zeggen dat de akten daadwerkelijk zijn ingeschreven. De notaris heeft een bewijs van ontvangst gekregen en daarvan wordt aantekening gemaakt. De levering en hypotheek zijn daarmee nog niet perfect. De inschrijving kan plaatsvinden in Register D.)
De nieuwe beleidsregel verplicht de notaris dus met zoveel woorden met uitbetaling te wachten totdat hem is gebleken dat de levering vrij van beslagen en hypotheken is geschied. In het geval dat de notaris de gepasseerde leveringsakte (en daarbij behorende hypotheekakte) na 15.00 uur aanbiedt, zal hij de gelden derhalve een dag langer onder zich moeten houden dan vóór de invoering van de beleidsregel het geval was.
Reacties uit het notariaat
De consequentie dat de uitbetaling van gelden in voorkomende gevallen wordt opgeschort, heeft ervoor gezorgd dat de beleidsregel met weinig sympathie en enthousiasme door de vakbroeders en –zusters is ontvangen. In de verschillende Ringen is vergaderd en gediscussieerd over de nieuwe regel en de gevolgen ervan voor de praktijk. Het bestuur van de KNB heeft al een aantal schriftelijke aanvallen moeten pareren.
Onacceptabel
Een van de voornaamste punten van kritiek is, dat het niet aan het publiek valt uit te leggen dat de gelden mogelijk een dag langer onder de notaris moeten blijven dan voorheen. Voor particulieren die hun aannemer moeten aanbetalen is dat vervelend, maar voor partijen die met de vrijgekomen gelden een volgende transactie moeten financieren, onacceptabel. Het notariaat, dat toch al kampt met een imagoprobleem, zal het imago hiermee zeker niet verbeteren.
Wat is het risico?
Tegelijk vraagt men zich af welk reëel risico nu met de beleidsregel wordt voorkomen. In alle jaren dat op de “oude” manier werd omgegaan met recherche en het uitbetalen van gelden, is het – voor zover bekend – nooit verkeerd gegaan en heeft nooit een notaris onverzekerde schade geleden.
De beleidsregel is geschreven met oog op een wel heel specifiek geval: een verkoper laat zijn leveringsakte verlijden voor een notaris waarvan hij weet dat die zijn stukken per post bij het Kadaster aanbiedt, om vervolgens de dag erop bij een ander het pand elektronisch te bezwaren of te vervreemden. Of een eigenaar bezwaart op de dag van transport eerst het verkochte met een hypotheek om direct daarna bij een andere notaris te gaan transporteren.
De kans dat een dergelijk geval zich voordoet is dusdanig klein, dat het maatschappelijk nadeel dat de beleidsregel met zich brengt, een handelen volgens de beleidsregel niet rechtvaardigt.
Andere oplossingen worden geboden. Gedacht kan worden aan de “vormerkung”, de inschrijving van de koopovereenkomst in de openbare registers.(6) Gedurende de periode dat de inschrijving geldend is(7), zijn latere inschrijvingen zonder betekenis (zie ook hierna).
Ook zou een overleg met de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraars tot een oplossing kunnen leiden. Indien de verzekeraar bevestigt dat voortgegaan kan worden met de reeds jarenlang bestaande procedures, is er niets aan de hand. Het risico dat dan voor lief wordt genomen (en al jarenlang voor lief is genomen) is zo klein, dat dit geen effect op de premie zou mogen hebben.
Niet consequent
Wanneer de KNB haar eigen beleidsregel na zou leven, dient de notaris met uitbetaling te wachten totdat de akte werkelijk is ingeschreven. Gedurende een periode van vijf dagen dus.(8) Voor dat tijdstip bestaat immers nog geen zekerheid omtrent de onbelaste levering.
Reactie KNB
Het bestuur van de KNB heeft op een aantal kritiekpunten een antwoord gegeven. Kern daarvan is, dat de notaris alle mogelijke zorgvuldigheid dient te betrachten die nodig is om zorg te dragen voor het overeengekomen resultaat: een levering vrij van hypotheken en beslagen. Het notariaat staat al geregeld slecht in de spotlights, ditmaal wilde het bestuur de kritieken voor zijn.
Het is naar de mening van het bestuur niet te veroorloven dat onjuiste procedures die vatbaar zijn voor fraude in stand gelaten worden. Of de fraude zich ooit wel eens heeft voorgedaan is daarbij irrelevant.
Over de stelling dat eigenlijk vijf dagen gewacht dient te worden voordat de gelden uitgeboekt kunnen worden, zegt het bestuur(9) dat de beleidsregel de grootste risico’s afdekt. Daarbij gaat het om “de risico’s die door en voor derden – beslagleggers en hypotheekgevers(10) – worden gecreëerd. Het risico dat de leveringsakte door het Kadaster ter inschrijving wordt geweigerd, wordt veroorzaakt door de notaris zelf. Zijn akte voldoet immers niet aan de inschrijvingsvereisten,” aldus het bestuur. Omdat dit risico valt onder de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de betreffende notaris, bestaat er geen reden om de betaling van gelden langer op te houden.
De discussie nader beschouwd
De oude situatie
De discussie tussen het bestuur van de KNB en haar leden over de vraag wanneer gelden veilig kunnen worden uitgeboekt, is niet van vandaag of gisteren. (11)
Op grond van het Baarns Beslag-arrest en de daarop gebaseerde beleidsregel van de KNB, wist de notaris dat hij minimaal driemaal onderzoek in de openbare registers diende te doen, de derde maal nadat het bewijs van ontvangst van het Kadaster door de notaris was ontvangen, waarna – mits geen nieuwe rechten ontdekt werden – de notaris de zich onder hem bevindende gelden kon overmaken.
Naar aanleiding van de invoering van web-ELAN is aan het bestuur van de KNB de vraag voorgelegd of nu eerder kan worden uitbetaald. Immers, indien elektronisch wordt aangeleverd, is ook binnen enkele uren het bewijs van ontvangst door de notaris ontvangen. Het bestuur van de KNB heeft zich over deze vraag gebogen en hem niet alleen ontkennend beantwoord, maar ook aangegeven dat in enkele gevallen er zelfs een dag langer dient te worden gewacht.
Het bestuur van de KNB heeft ten aanzien van die vraag uiteraard gelijk. Sinds jaar en dag wordt in de leveringsakte een verplichting opgenomen om te leveren vrij van hypotheken, beslagen en van inschrijvingen daarvan. Het is de taak van de notaris om erop toe te zien dat zulks ook dienovereenkomstig gebeurt, voordat de zich onder hem bevindende gelden worden uitgeboekt. (12)
Het kan natuurlijk niet zo zijn, dat in de notariële praktijk een werkwijze in stand wordt gehouden die niet alleen indruist tegen hetgeen in de jurisprudentie is bepaald, maar die ook niet strookt met hetgeen in de akte is bepaald. Door de hiervoor vermelde verwerkingstermijnen die het Kadaster hanteert, staat het op het moment van uitbetalen niet vast of verkoper voldaan heeft aan zijn verplichting tot een levering vrij van beslagen en hypotheken of niet. Weliswaar is de verwachting gerechtvaardigd dat zulks het geval is, maar zeker is dit niet. Dit laatste gold ook in de periode van voor het Baarns Beslag-arrest.
De bestaande situatie kan niet ongewijzigd voortduren, daarover zijn we het eens. Maar lijkt het bestuur van de KNB door de uitvaardiging van de beleidsregel niet wat ver van de praktijk te staan?
Het antwoord op deze vraag is neen. En in onze visie gaat de beleidsregel nog niet ver genoeg.
De beleidsregel is gebaseerd op een situatie die zich (gelukkig) maar heel weinig voordoet: een tekortschietende – al dan niet frauduleuze – verkoper die bewust of onbewust gebruik maakt van de benodigde verwerkingstijd binnen het kadaster. Voor de koper en zijn financier ontstaat op dat moment een ronduit vervelende situatie.
Het perceel is immers belast met een eerste hypotheek ten behoeve van een ander. Omdat bij de schuldenaar – verkoper – niet veel te halen zal zijn, is de kans groot dat het perceel door de eerste hypotheekhouder (de schuldeiser van verkoper) in het openbaar verkocht zal worden.
Zonder dat koper en zijn financier daar invloed op hebben. Koper raakt zo zijn eigendom kwijt en blijft met een schuld aan zijn financier zitten. Voor die financier, op zijn beurt, is de voor de schuld van koper op het perceel gevestigde zekerheid verloren.
Uiteraard dienen de mogelijkheden tot het uitvoeren van dergelijke onjuiste praktijken tot een minimum beperkt te worden. De beleidsregel is gezien vanuit dat standpunt volkomen juist.
De kritiek dat de beleidsregel een soort van “overkill” inhoudt en dat gezien de kans dat een dergelijke misstand zich voordoet versus het maatschappelijk belang van snel uitkeren de balans moet doorslaan naar het maatschappelijk belang, is oneigenlijke kritiek waar het notariaat boven moet staan. Zeker als de kritiek wordt ingegeven om het imago van het notariaat op te poetsen.
Het is duidelijk dat de rechtspraktijk gediend is met het snel uitbetalen van gelden. Immers het vrijgekomen geld dient bijvoorbeeld te worden geïnvesteerd in een nieuw huis, een boot of in aandelen. Maar echt vervelend wordt het bij opvolgende transacties. Deze vinden doorgaans op heel korte termijn plaats: B krijgt van A geleverd en hij levert vervolgens door aan C. Met het geld dat B van C ontvangt, betaalt hij de koopsom aan A. Bij ongewijzigde handhaving van de beleidsregel zal B zich genoodzaakt zien om een financiering aan te trekken teneinde de transactie met A te voltooien, voordat hij door kan leveren aan C. In veel gevallen zal B een dergelijke financiering niet rond kunnen krijgen en zullen beide transacties uiteindelijk geen doorgang kunnen vinden.
Daar staat echter wel het volgende tegenover:
a. Ook al is de “pakkans” gering, dan rechtvaardigt dit niet een risicovol handelen in het rechtsverkeer; het verzorgen van rechtszekerheid bij vastgoedtransacties is juist een van de pijlers waarop het bestaan van het notariaat rust.
b. In deze redenering zijn de wijzigingen in het beleid naar aanleiding van het Baarns Beslag-arrest ook overbodig geweest. Het ging immers nooit fout, terwijl men zich van het risico wel terdege bewust was.
c. In een tijd waarin hypotheekfraudes aan de orde van de dag zijn, komt de inschatting van de criticasters op de beleidsregel niet erg geloofwaardig over.
d. Het recht heeft zich door de eeuwen ontwikkeld door onverwachte gebeurtenissen; onvoorzienbare omstandigheden en dergelijke. Het is maar de vraag of het notariaat de betreffende risico’s volledig op het netvlies heeft. Dit is koffiedik kijken en ook niet voorzienbare risico’s dient het notariaat in het rechtsverkeer voor te zijn.
Bewijs van ontvangst?
Overigens dient, indien het bestuur van de KNB zijn eigen leer serieus neemt, vijf dagen met uitbetalen gewacht te worden, eerst dan is immers de inschrijving van de akte een feit.(14) Het argument van het bestuur, inhoudende dat het ophouden van het geldverkeer maatschappelijk onverantwoord is omdat het risico door de notaris zelve gecreëerd wordt en de gevolgen van de beroepsfout van de notaris verzekerd zijn, overtuigt geenszins.
Ten eerste is het onder verwijzing naar andere Europese landen maatschappelijk zeer goed uit te leggen dat betaling plaatsvindt eerst nadat is gebleken dat de transactie juridisch voltooid is. In bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk kijkt men met verbazing naar de snelle afwikkeling door de Nederlandse notaris en naar de problemen die hij zich daarmee op de hals haalt. (15)
Ten tweede zijn wij het met Verstappen en Zwanikken eens dat het Kadaster evengoed een fout kan maken. Men bedenke bijvoorbeeld dat het Kadaster en de notaris nogal eens een verschillende interpretatie van de inschrijvingsvereisten kunnen hebben.
Ten derde is het argument dat uitgekeerd kan worden op basis van een bewijs van ontvangst omdat als toch niet wordt ingeschreven dit hoogst waarschijnlijk een beroepsfout is van de notaris die is gedekt door de verzekering, geen reden om dan maar bepaalde risico’s te lopen. Aannemende dat zulks inderdaad wordt gedekt (hetgeen mogelijk nog maar de vraag is bij bewust gelopen risico’s (16)), rechtvaardigt dat nooit een handelen in de zin van “God zegene de greep”. Daarbij komt dat ook het hiervoor sub d vermelde tegen deze stelling kan worden opgeworpen.
En ten slotte vragen wij ons af of het bestuur van de KNB zich heeft afgevraagd hoe om te gaan met transacties die het verzekerde bedrag te boven gaan? Een vastgoed-transactie met een belang van honderden miljoenen of zelfs een miljard euro is tegenwoordig geen novum meer. Geen enkel kantoor heeft een aansprakelijkheidsverzekering die een dergelijk groot risico afdekt. (17) Bij dergelijke transacties is het in ieder geval aan te bevelen om met uitbetalen te wachten tot na de ontvangst van het bewijs van inschrijving. Met het kadaster kan dan vooraf worden geregeld dat direct tot inschrijving wordt overgegaan.
Gezien de risico’s die de instrumenterende notaris en zijn kantoor lopen bij dergelijke transacties, is zulks buiten kijf een must. Daarbij zal het duidelijk zijn dat bij dergelijke megatransacties gezien de hoogte van de betrokken dagrente er zeker een grote druk op snel uitbetalen bestaat!
Het kan natuurlijk niet zo zijn dat ten aanzien van de snelheid van uitbetalen een onderscheid gemaakt dient te worden tussen transacties met een belang dat wel onder het verzekerde bedrag blijft en transacties waarbij het belang het verzekerde bedrag ontstijgt? Zulks lijkt ons niet wenselijk.
Het is duidelijk dat de huidige beleidsregel een compromis is en niet op een principieel standpunt is gebaseerd.
Met het compromis wil het bestuur ons inziens tegemoet komen aan het gesignaleerde (“maatschappelijk”) belang van snel uitbetalen en daarmee de nodige kritiek vanuit en op het notariaat voor zijn. Dit is uiteraard een verkeerd uitgangspunt.
Terug naar Baarns Beslag
Nu zou men kunnen zeggen, dat notarissen in het algemeen niet zo verheugd zijn over regels die hun praktijkvoering aan banden leggen. Binnen het notariaat is destijds ook niet bepaald vrolijk gereageerd op de toen nieuwe beleidsregel – naar aanleiding van het Baarns Beslag-arrest – op basis waarvan de notaris met uitbetalen moest wachten totdat de narecherche had plaatsgevonden.
Ook toen waren er gelijke kritische geluiden te horen; zij het dat die beleidsregel mede tot stand kwam door eisen van verzekeraars, dus veel keuze had men niet. Achteraf kan zonder meer worden gesteld, dat sprake was van een juiste aanpassing van de notariële vastgoedpraktijk.
Men moet daarbij niet vergeten, dat de notariële beroepsgroep zich het Baarns Beslag-risico toentertijd terdege besefte(18) , maar geen oplossing voorhanden had. (19)
Wat dit betreft is dus weinig nieuws onder de zon.
Ook nu is sprake van een beleidsregel en een daarop gebaseerde notariële vastgoedpraktijk die risico’s inhouden en welke risico’s worden onderkend. Uit de Baarns Beslag-kwestie moeten dus lessen worden geleerd. Het is natuurlijk niet zinvol om te wachten op een “tweede” Baarns Beslag om de beleidsregel aan te scherpen.
Conclusie
Het mag duidelijk zijn, dat de beleidsregel door ons niet wordt onderschreven en dat een aanscherping van de beleidsregel – conform Verstappen en Zwanikken – wordt voorgestaan. Uitgekeerd kan en mag eerst worden nadat de levering (en de daarbij behorende hypotheek) perfect is. Dit is eerst het geval na inschrijving.
Het mag ook duidelijk zijn dat wij het met de vanuit de praktijk jegens het bestuur uitgeoefende kritiek dat nog eerder moet worden uitgekeerd dan bepaald in de beleidsregel het eveneens geheel oneens zijn en dat deze kritiek wordt geuit op onjuiste gronden.
Enkele praktische oplossingen
De hiervoor vermelde conclusie houdt natuurlijk niet in dat een nieuwe aangescherpte beleidsregel (uitkeren op basis van een bewijs van inschrijving) ons tot nog meer gelukkige notariële beroepsuitoefenaars maakt. Het is evident dat zulks tot onpraktische en in kettingtransacties wellicht onoplosbare problemen leidt, waar de professionele en niet professionele cliëntèle niet op is voorbereid.
Echter, zo lang de hierna te vermelden oplossingen nog niet voorhanden zijn, zullen we moeten roeien met de riemen die we hebben. Zeker als het praktische effect een beleidsregel met een tweeledig karakter is (“onder of boven het verzekerd bedrag”).
Teneinde deze problemen op te lossen of te voorkomen, worden in ieder geval de volgende maatregelen voorgesteld:
(i) Ontwikkel in samenwerking met het Kadaster een systeem om ook hypotheken sneller te kunnen inschrijven of in ieder geval sneller te signaleren. (20)
Plaats bij de ontvangst van een akte bijvoorbeeld meteen een on-line signalering bij het perceel, zodat het voor degenen die de openbare registers raadplegen duidelijk is, dat er iets met het perceel aan de hand is. De notaris die op het punt staat uit te betalen zal in voorkomende gevallen een hem onbekende signalering zien. Eén telefoontje naar het Kadaster zal voldoende zijn om hem de gelden nog even onder zich te laten houden.
Momenteel is het Kadaster druk doende een digitalisering door te voeren met als doel het versnellen van de procedures die op de verwerking van stukken zien. (21) Een eerste stap in de goede richting is dus reeds gezet!
(ii) Digitale aanlevering bij het Kadaster moet via een beroepsregel verplicht worden gesteld. Niet alleen de instrumenterende notaris heeft hier belang bij; ook andere notarissen en (andere) notariële cliëntèle hebben hierbij een groot belang.
(iii) Verplicht de vormerkung van koopovereenkomsten, maar ook van overeenkomsten tot vestiging van beperkte rechten. (22) Gedurende de periode van zes maanden zal geen beslag, hypotheek of beperkt genotsrecht aan een onbelaste levering of vestiging in de weg staan.
Voordeel van de vormerkung is, dat zonder problemen direct na het passeren van de akte uitbetaald kan worden. (23) Ook dit kan via een beroepsregel. Alleen op uitdrukkelijke instructie van partijen kan dit achterwege blijven, waarmee dus ook uitbetalingsperikelen voor lief worden genomen. En ook hier geldt het sub (ii) bedoelde brede belang voor o.a. de gehele beroepsgroep.
mr. H.M.I.Th. Breedveld
Notaris te Roterdam en ringvoorzitter van de Ring Rotterdam
mr. L.W. Kelterman
Kandidaat-notaris te Rotterdam
1. HR 30 januari 1981, NJ 1982, 56 (Baarns Beslag).
2. Zie de toelichting op de beleidsregel.
3. Zie de toelichting op de beleidsregel.
4. Zie bladzijde 3.27.11 Beroeps- en Gedragsregels (oud).
5. Zie het Kwaliteitshandvest van het Kadaster.
6. Zie art. 7:3 BW.
7. Op grond van het bepaalde in art. 7:3, lid 4 BW, is de inschrijving zes maanden geldig.
8. Deze stelling heeft prof. Verstappen geponeerd op de Aon-studie-middag in september 2006 en nader toegelicht in Notariaat Magazine, nummer 10, oktober 2006. Zie ook Zwanikken, in “Vervolg Baarns Beslag: Beleidsregels bestuur onvolledig”, Notariaat Magazine, nummer 10, oktober 2006.
9. Zie Notariaat Magazine, nummer 9, september 2006.
10. Ons inziens wordt hier ten onrechte gesproken over hypotheekgever; bedoeld wordt waarschijnlijk hypotheeknemer.
11. Zie ter illustratie de discussie tussen H.A.W. Friedrichs en het bestuur van de KNB in WPNR (5842) 1987, p. 500 en 501.
12. Met het al dan niet aanwezig zijn van inschrijvingen wordt overigens soepel omgesprongen, vaak bestaat bij de levering nog de inschrijving van de oude hypotheek, deze wordt immers daarna pas afgelost.
13. Uiteraard zou koper de vordering van de financier van verkoper kunnen voldoen, maar het zal hem doorgaans aan financiële middelen ontbreken.
14. Dat is de termijn waarbinnen inschrijving van de akte door de Dienst voor het Kadaster dient plaats te vinden.
15. Graag benadrukken wij, dat het hier gaat om een betaling die wordt opgehouden totdat met zekerheid vaststaat dat de akten in de openbare registers zijn ingeschreven, niet over het ophouden van de betaling op grond van de beleidsregel.
16. Dit is verder niet onderzocht.
17. Het maximum verzekerde bedrag bij de “grote” kantoren is thans 250 miljoen euro.
18. De bij het arrest betrokken oud notaris Krans: “U kent de geschiedenis? Al 150 jaar zweefde dat zwaard boven de notariële beroepsgroep”, Notariaat Magazine nummer 8, augustus 2006.
19. Zie eveneens het verhaal van oud notaris Krans, t.a.p.
20. Vlak na het Baarns Beslag arrest leefde deze wens ook al, zie A.H.M. van Santen in zijn bespreking van het Baarns Beslag arrest in WPNR (5557) 1981, p. 187 e.v., zie ook Verstappen, t.a.p.
21. Zie: “Het nut van een waakhond: Snelheid, kwaliteit en gemak door integratie”, Notariaat Magazine nummer 6/7, juni/ juli 2007.
22. In de literatuur wordt in het algemeen aangenomen, dat deze laatste overeenkomsten ook op grond van het bepaalde in artikel 7:3 BW kunnen worden ingeschreven in de openbare registers voor registergoederen.
23. Indien de akte na 15.00 uur elektronisch wordt aangeboden bij het Kadaster, zal het even later ontvangen bewijs van ontvangst vermelden, dat het stuk de volgende morgen om 09.00 uur in ontvangst is (lees: zal worden) genomen. Omdat ook voor de notaris de toekomst een gesloten boek is, dient door hem gewacht te worden met uitbetalen tot die volgende morgen, iets na negen uur.